‘s Ochtends heb ik al vroeg Jan en alleman voor me aan het werk. De jeugd zet de kerstboom op, Man doet de was en ruimt de zalfpot met inhoud op die ik heb laten vallen, de thuiszorg ligt letterlijk aan mijn voeten en een verwarmingsmonteur poogt de lekkende kachels te fiksen. Na de was ontfermt Man zich over de rollator, want de remkabel is zojuist opnieuw geknapt en deze keer werkt de rem helemaal niet meer. Ik hang altijd met mijn volle gewicht op dat ding en als ik niet continu de remmen lichtjes aanknijp, wordt de rollator onder mijn druk gekatapulteerd en kukel ik erachteraan. Een klus met topprioriteit dus.
Ondertussen spoedt Dochter zich naar de supermarkt voor vergeten boodschappen en fietst Zoon naar de apotheek om de laatste medicijnen voor me te halen voordat de apothekers gedurende negen dagen de medicijnen achter slot en grendel doen omdat ze gaan staken; een staking voor betere beloning, maar die wordt de volgende dag gecanceld, tot geluk van vaste grootverbruikers zoals ik.
Als de thuiszorgster weg is, spoor ik de toiletboer maar weer tot actie aan, want mijn magnifieke toilet-op-maat loopt nog steeds behoorlijk uit de maat. Een cc’tje naar het gemeentelijke Wmo-loket lijkt te helpen, want ze putten zich terstond uit in minzame verontschuldigingen en zullen snel een ‘passende oplossing bieden’. Ik kijk reikhalzend uit naar 2025, want in dat jaar beloven ze te komen.
Man gaat intussen naar de fietsmaker want de rollator is niet te redden zonder nieuwe remkabel. “Informeer je dan gelijk even naar...,” begin ik, maar hij is al weg. “Eh, die voetenbakjes voor de trappers van mijn driewieler?” Oh, niet aan gedacht.
Open deuren
Ook meteen maar een mailtje naar de Wmo-dames. Hoe zit het met mijn aanvraag voor elektrisch bedienbare deuren, waarvoor met Wmo-financiering drie jaar geleden al het voorbereidende werk is gedaan bij de woningaanpassing? Eerder kreeg ik als reactie dat men ervan uitging dat dat deurendilemma met de komst van de elektrische rolstoel vanzelf was opgelost. Helaas, niets is minder waar. Het is juist moeilijker geworden. Deuren open of dicht dúwen is het probleem niet. Tenminste niet zolang mijn rompspieren dat voorover buigen en reiken nog enigszins verdragen. Een flinke trap ertegenaan werkt ook uitstekend. Dat de kruk soms een muur doorboort of, andersom, de punt van een kast de opengeschopte plaatdeur perforeert, nemen we voor lief. Je kan niet alles hebben.
Maar een deur meetrekken is wel een dingetje. Door een deuropening vol gas over een drempel rijden (anders blijf je steken), met gelijktijdig één hand aan de joystick en een arm als een gekronkelde kaasstengel naar achteren gewrongen om een deurkruk mee te kunnen trekken, is vragen om kneuzingen en drie weken fysiotherapie. Als het niet de traumachirurgie is.
Of ik de deur niet achterwaarts kan sluiten, met de joystick in de ene en de deurkruk in de andere hand? Ja, verdraaid, dat kan - althans, als je een kaal en drempelvrij appartement hebt en zelf zonder handicaps door het leven gaat! En nog zo'n gouden vondst: u kunt de kinderen vragen de deur te sluiten als ze in huis zijn. Topidee, was ik zelf nooit op gekomen! En áls ze thuis zijn, kunnen ze meteen ook wel de wc voor me doortrekken, vindt u niet? Of, weet u wat, u kunt hier ook wel een ambtenaar neerzetten voor de deurbediening.
Dan komt de frappante vraag wat nou eigenlijk het punt is van openstaande deuren. Kreun. De Wmo-dame is misschien in de kerk geboren en heeft een geldboom in de tuin, maar ik niet. Tijd om de strijdbijl op te graven.
Dat krijg je dus ook als deuren sluiten lastig is. Zoonlief maakt een sneaky shot van je op een privémomentje...
Strijdbaar
En zo klim ik direct weer gepikeerd in het toetsenbord. Wat denkt de gemeente wel niet? Dit is geen modern aangepast appartement in de beschutting van een verwarmd complex (soms denk ik, had ik na de diagnose maar gekozen voor het gemak van zo'n behapbaar appartement). We wonen nu eenmaal in een 130 jaar oude, voormalige en bij stukjes en beetjes verbouwde boerderij buiten de kom, blootgesteld aan de elementen en slecht warm te houden. Mijn punt inzake die deuren derhalve: wat te denken van kou en tocht en oplopende stookkosten, om nog maar te zwijgen van extra milieubelasting en energieverspilling?
Als u een aanvraag gaat doen dan zullen wij ter plekke de situatie moeten bekijken, om welke deuren het gaat. Mijn boze bui dijt uit tot een wolkbreuk, aan woorden. Ik héb al een aanvraag gedaan. Ze hébben de situatie al beoordeeld. Ze hébben al vijf deuren aangewezen. Ze hebben nota bene al betaald voor het aanleggen van stroom. Ze hebben daarmee A gezegd en de verwachting gewekt dat B volgt. Nu doe ik het verzoek om de belofte in te lossen. Moet ik nou weer de zeur zijn en met bewijzen komen, terwijl zij hun dossierkennis niet op orde hebben? Grmbl!
In mijn wijsheid besluit ik het holderdebolderbericht nog maar niet te versturen. Mijn gram ben ik voor nu kwijt. Later zal ik ze in wat mildere termen mailen...
Over wijsheid gesproken: iemand zei onlangs tegen me: een mens moet altijd maar zijn eigen plekje op aarde bevechten. Of je nu in een Oekraïense schuilkelder zit of een armlastige apotheker bent; of je leven nou beheerst wordt door een ernstige ziekte of je hebt mot met de buurman over de barbaarse beats uit zijn stereo, altijd en overval voer je een strijd voor het eigen lijfsbehoud.